Ik heb normaal een broertje dood aan (te) grote bestanden/foto's in een forum, maar ik plaats hem toch:
In dit stukje schema zie je wel degelijk de door Gert omschreven weerstanddraad ingetekend. Ik kan me dan ook 100% bij het verhaal van Gert aansluiten.
Alleen is de spanning die overblijft op de bobine afhankelijk van de eigen weerstand van deze bobine. In de praktijk kan dit inderdaad wel ongeveer 9 volt zijn.
Deze is echter niet met draaiende motor op een universeelmeter af te lezen: Alleen als het contactpuntje gesloten is, kan er stroom door de weerstandsdraad vloeien, en zal er een spanningval over deze draad zijn.
Als het contactpuntje open is, loopt er ook geen stroom, en zal de spanning op de bobine gewoon 12 volt aangeven. Er staat dus een spanning op de bobine die afhankelijk van het open of dicht zijn van het contactpunt 12 volt of 9 volt is.
Wil men deze spanning controleren met een gewone universeelmeter, dan kan dit als volgt:
Haal de verdelerkap van de verdeler, en verdraai de krukas zover dat het contactpuntje OPEN is. Zet de auto op contact, en meet de spanning tussen massa en de (+)pool van de bobine. deze zal ca 13 volt bedragen.
Verdraai de nokkenas nu zover dat het contactpunt GESLOTEN is. Er loopt nu stroom door de bobine, en meet vervolgens de spanning op de (+)pool van de bonine opnieuw. Deze zal nu lager zijn, misschien wel de genoemde 9 volt.
Ralph