Giel
Gast
|
|
« Antwoord #2 Gepost op: 07 Mei 2017, 17:21:09 » |
|
Hij pruttelt koud dan een beetje op 3 en een halve poot. Hoe warmer de auto word des te vlakker de motor loopt. Ik denk dat de auto eens goed afgesteld moet worden. Ik ben ergens een how to tegen gekomen voor een 1.2n motor. Maar volgens mij is dit in basis het zelfde als mijn 1.1 sr motor. Echter ben ik zelf monteur in de hedendaagse autotechniek ( zit er geen uitleesstekker in dan kunnen we het niet meer) carbs afstellen heb ik geem kaas van gegeten haha.
Volgorde van afstellen: Kleppen Contactpunten Ontsteking Bougies Carburateur
Kleppen: • Eerst moet de motor voldoende warm zijn. zelf houd ik 10 minuten aan. • Haal de sleutel uit het contact, als veiligheidsmaatregel zodat de motor niet zomaar begint te lopen. • Verwijder het luchtfilter. • Verwijder de verdeelkap van de ontsteking. • Draai de 4 boutjes van het kleppendeksel los. • Met sleutel 15 draai je aan de voorkant van het blok aan de bout in de poelie tegen de klok in tot de markering op de poelie gelijk staat met de markering op het motorblok EN de rotor naar de voorkant van de auto wijst.
De eerste (radiatorkant) cylinder staat nu op het bovenste dode punt. • Kleppen stellen doe je met een voelermaatje, tussen de klep en de tuimelaar zodat er net een beetje weerstand te voelen is.
• Inlaten moeten op 0,15 mm worden gesteld Uitlaten moeten op 0,25 mm worden gesteld • Er zijn 8 tuimelaars zichtbaar, 1 zit het dichtste aan de radiator, 8 het dichtste bij het schutbord. Inlaten zijn 2, 3, 6 en 7. Uitlaten zijn 1, 4, 5 en 8. • Op dit moment kun je 1, 2, 3 en 5 stellen. • Draai nu de poelie van het motorblok 1x helemaal rond en stel 4, 6, 7 en 8 • Monteer het kleppendeksel, verdeelkap en luchtfilter • Sommige adviseren om de kleppen met draaiende motor te stellen. Dit doe ik zelf nooit vanwege het oliebad dat geeft.
Contactpuntjes: • Haal de sleutel uit het contact. • Verwijder de verdeelkap. • Controleer of je de rotor wat kunt draaien. • Controleer het vacuum systeem, achter aan de ontsteking zit een potje met daaraan een rubberen slang. Volg deze en haal hem los van de carburateur. Zuig aan het uiteinde en kijk of er iets beweegt in de ontsteking. Is dit zo dan zit je goed. Monteer de slang terug. • Verwijder de rotor. • Controleer de conditie van de contactpuntjes en vernieuw laagdrempelig. Net als de condensator. (kosten bijna niets) • Draai nu aan de poeliebout (sleutel 15) tegen de klok in, zo ver dat 1 van de 4 nokken precies onder het contactpuntje staat (en de contactjes elkaar dus NIET raken) • Meet met het voelermaatje de afstand tussen de contactjes welke 0,4 mm moet zijn. • Is het anders draai dan het schroefje matig los zodat de puntjes enigszins op hun plek geklemd worden. • Neem een platte schroevendraaier en zet hem tussen de 1 kleine puntjes op de ontstekingsvoet en het gleufje in de contactpuntjes. Door te draaien kun je de puntjes op de juiste afstand stellen. (hier komt nog een foto) • Draai de schroef weer vast. • Controleer de rotor en verdeelkap op beschadigingen, scheuren, corrosie en putjesvorming • Monteer de rotor en verdeelkap.
Ontsteking: Er ontstaat een vonk als de puntjes zich openen, wat moet gebeuren op het bovenste dode punt van de zuiger • Verwijder de verdeelkap. • Met sleutel 15 draai je aan de voorkant van het blok aan de bout in de poelie tegen de klok in tot de markering op de poelie gelijk staat met de markering op het motorblok EN de rotor naar de voorkant van de auto wijst. • Neem een 12v lampje, sluit 1 pool op de massa aan de andere op de –pool van de bobine. Dit is de groene draad die van de bobine naar de contactpuntjes loopt. • Draai met sleutel 13 de voet van de ontsteking enigszins los zodat het verdelerhuis net kan draaien. • Zet de motor op contact. • Draai het verdelerhuis nu zo dat het lampje net aan en uit gaat bij minimale beweging. • Draai de voet van de ontsteking weer vast. • Monteer de verdeelkap.
Bougies: • Verwijder de bougiekabel van de bougie • Verwijder de bougie • Controleer op scheuren, barsten of andere defecten • Controleer de electroden afstand deze moet 0,7 a 0,8 mm zijn. • Monteer de bougies en bougiekabels. • Controleer de bougiekabels, door de motor te laten draaien en met een plantenspuit een fijne nevel tussen de kabels te spuiten (niet te veel) Als er vonken over slaan of de motor slecht gaat lopen is het tijd deze te vervangen.
Carburateur: • Controleer de benzine toevoer: Klem de benzineleiding naar de benzinepomp af. Draai de schroef boven op de benzinepomp en haal het kapje los. Controleer het filtertje dat hier in zit. mijn persoonlijke voorkeur gaat er naar uit om dit filtertje weg te laten en voor de benzinepomp een los vervangbaar filtertje te installeren. • Monteer het kapje terug op de pomp. • Verwijder de luchtfilter. • Controleer alle vacuumslangen op lekkage. Rembekrachtiger, ontsteking en carterventilatie. • Laat de motor draaien en spuit rond de carburateur remmenreiniger, luister of deze anders gaat lopen. Zo ja dan lekt er ergens valse lucht. • Controleer de elektrische stationairsproeier (indien aanwezig) deze zit aan de bijrijders kant op de carburateur en hier loopt een draad naartoe. • Controleer de stekkerverbinding, (meet dit na met een lampje/voltmeter) • Draai de sproeier uit de carburateur en hoor, voel en kijk of deze klikt als er 12v op de stekker komt en de behuizing aan de massa ligt. • Monteer de stationairsproeier. • Trek de choke-knop volledig uit en controleer afstand tussen de klep en de carburateurwand, deze moet 4,5 mm zijn.
• Controleer de acceleratiepomp/sproeier: Laat de motor even draaien (10 sec), en zet hem weer uit. Kijk boven in de carburateur en trek aan de gashendel, er moet nu een straaltje benzine gespoten worden.
Het afstellen van een carburateur is iets dat eigenlijk oefening en meetinstrumenten vereist. Er zijn wel een aantal basisinstellingen waar vanuit je kunt beginnen. • Aan de bestuurderszijde aan de onder kant van de carburateur zitten 2 schroeven, 1 tamelijk grote schroef met een veertje om de schroefdraad. (stationair mengsel) Draai deze schroef helemaal in en 2 slagen helemaal uit. • Op de zelfde hoogte als schroef 1 zit een klein verzonken schroefje (co-stelschroef) draai deze helemaal in en 2,5 slag weer uit. • Aan de kant van het schutbord zit bij het gashandel mechanisme nog een kleine schroef die de aanslag van het gaspedaal bepaald en daarmee de gasklepopening. Verstel deze schroef zo dat de gasklepopening tussen 0,6 en 0,7 mm is.
Een aantal trucjes om je carburateur verder schoon te krijgen. • Verwijder de luchtfilter, start de motor en jaag hem even flink in toeren. Druk nu je hand midden op de carburateur en trek hem weer weg. Er ontstaat zo even een vacuum wat een klein vuiltje door de sproeiers heen kan trekken. • Haal de benzine toevoer van de carburateur en sluit deze af. Laat de auto draaien tot hij vanzelf uit valt. Spuit nu een bus carburateurreiniger via de benzine toevoer in de carburateur en start de motor. Geef gas en laat hem stationair draaien. • Demonteer de carburateur en reinig alle sproeiers in een ultrasoonreiniger (kijkshop)
Stationair toerental: Manueel 900-950 Automaat 800-850 CO 1 – 1,5%
|